Christelijk onderwijs in Israël

Arabisch en christelijk, hoe zit dat eigenlijk?

Christelijke Arabische scholen doen het goed in Israël. Hun slagingspercentage ligt boven het landelijk gemiddelde en de school van de Sisters of Nazareth staat zelfs in de landelijke top tien. Er wordt binnen de christelijke gemeenschap veel waarde gehecht aan onderwijs en studeren wordt gestimuleerd. Na het afronden van de middelbare school studeren veel jongeren door aan een hogeschool of universiteit.

Er zijn in Israël 47 christelijke scholen waar aan zo’n 33.000 leerlingen, veelal met een Arabische achtergrond, onderwijs gegeven wordt.

De meeste van deze scholen zijn gesticht door kerkelijke organisaties. Veel daarvan nog tijdens de Ottomaanse periode (14e eeuw-1922). Tijdens het Ottomaanse rijk werd de bevolking onderwijs onthouden om de Ottomaanse heerschappij niet in gevaar te brengen. Toen het rijk steeds meer in verval raakte, zocht het steun bij westerse landen. Het gevolg was dat christelijke missies toestemming kregen voor het openen van kloosters, scholen en ziekenhuizen.

Welke scholen in die tijd geopend zijn kun je bijvoorbeeld terug zien aan de namen van de scholen zoals ‘Carmeliet-school’, afgeleid van de orde van Carmelieten. Vaak is tot op de dag van vandaag de dagelijkse leiding van deze scholen in handen van ‘zusters’ (nonnen).

Bij de school die de stichting steunt, is de naam gerelateerd aan het Convent van de Sisters of Nazareth in Frankrijk van waaruit de zusters zijn uitgezonden in het jaar 1854. Vier jaar later openden zij een school in Haifa.

Het onderwijs in Israël wordt door de overheid (gedeeltelijk) gesubsidieerd. Overheidsscholen, openbare scholen zeg maar, worden volledig gesubsidieerd door de overheid. Particuliere scholen, zoals de christelijke scholen, krijgen gedeeltelijk subsidie. Particuliere religieuze Joods-Orthodoxe scholen, krijgen 100% subsidie van de overheid.

De christelijke scholen staan bij de overheid geregistreerd als ‘erkende onofficiële scholen’. Je kunt dit vergelijken met de term ‘bijzonder’ onderwijs in Nederland, los van het feit dat bijzonder onderwijs in Nederland volledige subsidie van de overheid krijgt.

Ondanks het feit dat christelijke scholen goed scoren, is het niet gemakkelijk om een christelijke school draaiend te houden in Israël.

In 2015 werd dat zichtbaar toen christelijke scholen een staking uitriepen. De christelijke scholen zagen geen andere weg om duidelijk te maken dat zij er financieel slecht voorstonden. In de jaren ervoor werd de overheidssubsidie met zeker 45% gekort. Behalve het korten op subsidie, werden de regels voor de jaarlijkse ouderbijdrage gewijzigd. In de praktijk betekende dit dat de christelijke scholen van twee kanten gekort werden. Tel hierbij op dat diverse families door hun economische situatie moeite hebben om het schoolgeld voor hun kinderen te betalen. Niet zelden worden gezinnen door de scholen geholpen door hen voor (een deel van) het schoolgeld vrij te stellen van betaling. Kortom, de financiële situatie van christelijke scholen stond onder druk.

De overheid heeft de christelijke scholen volledige subsidie aangeboden op voorwaarde dat de scholen overheidsscholen werden met behoud van hun identiteit. De christelijke scholen hebben dit aanbod afgeslagen uit angst dat het behoud van de identiteit niet gewaarborgd kon worden. De overheid zou dan bijvoorbeeld vergaande invloed hebben op het aannamebeleid van personeel en leerlingen.

Uiteindelijk werd een overeenkomst met de overheid bereikt. Echter, nog steeds hebben  christelijke scholen in Israel te maken met beperkte budgetten. Onderwijskundige taken kunnen net bekostigd worden maar geld voor extra uitgaven om de kwaliteit van onderwijs op peil te houden is er nauwelijks.

Hoe wordt er praktisch inhoud gegeven aan de christelijke identiteit?

Om enig inzicht te geven hoe de christelijke identiteit inhoud krijgt in de dagelijkse praktijk op ‘onze’ school laten we hieronder Mariëtte aan het woord. Mariëtte, PABO- student aan Driestar Educatief in Gouda, liep drie weken stage op de SON.

Christelijke (reformatorische) studenten kijken soms wel even op omdat het christelijke karakter bij de SON-school wat anders vorm krijgt dan op (reformatorische) scholen in Nederland. Gaandeweg merkte zij dat het onderwijs verweven is van levenslessen waarin de christelijke identiteit en het christelijk geloof voortdurend aan de orde komt. Zij schrijft hierover in haar blog:Vervolgens gaat  de (Engelse red.) les verder en moeten de leerlingen vragen bij een tekst maken die in hun boek staan. Tijdens het bespreken van de vragen komt het woord ‘sin’ (zonde red.) naar voren. Naar aanleiding hiervan wordt de koppeling gemaakt met Adam en Eva. Eva bracht Adam tot zonden. Adam en Eva symboliseren soms dingen in de literatuur. Business symboliseert ‘sin’ volgens de lerares, waarom dat zo is wordt een gesprekje overgevoerd. Mooi dat er op deze manier de Bijbel een plek krijgt in de les.”

De christelijke identiteit is belangrijk op de SON-school. Niet alleen maken docenten geloof bespreekbaar tijdens de lessen, ook worden Bijbelverhalen verteld, zijn er godsdienstlessen en worden de christelijke feestdagen (met kerkdiensten) samen met de leerlingen gevierd. Het is de wens van de school om leerlingen te helpen hun (christelijke) identiteit te vormen en om later hun eigen plek in de maatschappij in te nemen.